Gewoon

Doorgaans verricht je als vanzelf op de juiste manier alle activiteiten die een bekende situatie van je vraagt, zonder dat je daar kanttekeningen bij plaatst. Je serveert zonder morren de benodigde bezigheden uit en handelt zo de situatie af, alleen of samen met de andere aanwezigen. Door je in een situatie strikt aan de regels te houden, anders gezegd door gewoon te doen en er gewoon uit te zien, laat je zien dat er wat jou betreft niets bijzonders aan de hand is. Gewoon een kwestie van ‘het goede goed doen’. Dat doe je ook min of meer vanzelf, zeker als je in je ‘goede doen’ bent. Letterlijk en figuurlijk dus. Triviaal? Ja, maar toch.

Om te beginnen is er soms wel wat aan de hand. Als het bijvoorbeeld niet loopt. Dan is het een kwestie van wijsheid om even pas op de plaats te maken. Je last dan een monitoring moment in om na te gaan wat er aan de hand is en hoe je een en ander eventueel beter kunt aanpakken. Vervolgens kun je dan een en ander bijstellen. Gewoon doorgaan alsof er niets aan de hand is, is meestal niet zo wijs.

Een ander punt is dat gewoon doen wel heel nauw luistert. Een paar voorbeelden.
Alleen je mond al. Zo moet je mond de juiste afmetingen en vorm hebben. Zo niet dan heb je in Nederland recht – ja! – op plastische chirurgie. Je mond moet ook in goede staat zijn: schoon, zonder verwondingen en met goed onderhouden tanden en kiezen die op de juiste manier in je kaken zitten. Zo niet dan val je als kind in de handen van een orthodontist en krijg je een beugel. Verder mag er geen speeksel uit je mond lopen en je tong mag er niet uithangen. Je mag ook geen bekken trekken, je mond niet open laten staan – ook niet een beetje – of scheef trekken. Ten slotte mag je je wangen niet langere tijd opblazen of inzuigen, je tanden niet (te lang) ontbloten, je mondhoeken niet te ver laten zakken of optrekken, noch je lippen of kaken te veel opeenklemmen. Precisiewerk dus.

Dan je ogen. Je ogen sluiten mag in de meeste situaties niet. Kijken moet, al zijn er strikte voorschriften waar je wel en niet naar mag kijken. Ook voor hoelang en wanneer je dat mag doen en hoe frequent je van blikrichting mag veranderen. En niet te veel uit je ooghoeken kijken graag. Je moet je ogen ook op een precies omschreven manier openhouden. Alle andere vormen van openheid zijn ongewoon. Hangende oogleden? Wederom een indicatie voor plastische chirurgie. Verder mag je niet te veel of te weinig knipperen. Er mag ook geen water uit je ogen lopen en ze moeten schoon zijn en niet ontstoken. Je oogwit ten slotte moet ook min of meer wit zijn, niet al te geel of bloeddoorlopen althans.

Evenzo bepalen verrassend strikte regels de houdingen en bewegingen van al je lichaamsdelen. Op je werk hinkelen of huppelen? Nee dus. Er gelden al even stringente regels voor je algehele beweeglijkheid, emotionaliteit, de mate waarin je alert bent, de soepelheid van je bewegingen en je spiertonus. Voor al deze grootheden zijn zowel een teveel als een te weinig ongewoon. Verder moet je de juiste taal spreken, geen al te afwijkend accent hebben en moet je taalgebruik passen in die situatie. Ten slotte is het in veel situaties duidelijk wat gewoon en ongewoon is qua kleding, schoenen en kapsel, alsook qua verzorgdheid en de staat van dat alles. Opvallende afwijkingen hierin verstoren de normaliter vanzelfsprekende en geoliede afhandeling van de desbetreffende situatie.  

Dwangmatig gedoe? Zo kun je dat zien, maar de meeste mensen voldoen moeiteloos aan dergelijke regels. Doorgaans zelfs zonder er veel gedachten aan te wijden en zeker zonder dwang te ervaren. Sterker, je voelt je zelfs min of meer vrij op dit punt.

Eigenlijk kun je je slechts verbazen over zowel de precisie en uitgebreidheid als het dwingende karakter van al die regels. Blijkbaar heb je een en ander keurig geautomatiseerd, al lang geleden. Die automatisering zelf is voor het overgrote deel eveneens onopgemerkt en stilzwijgend tot stand gebracht. Je kunt je er althans opvallend weinig van herinneren. Hooguit een paar herinneringen aan pijnlijke voorvallen, toen je iets verkeerd deed op dit punt. En misschien af toe een droom dat je naakt over straat loopt, maar dat is dan ook alles.

Weet van dit alles hebben, er gebruik van maken als dat je uitkomt en eruit stappen als het niet meer werkt – alsook je aanpassen aan een totaal andere cultuur waar dit allemaal weer anders ligt – zijn even zovele elementen van alledaagse wijsheid. Hierbij laat je je dan leiden door hoe je het grootste verschil kunt maken met wat je het liefste wilt en het beste kunt. Door je eigen missie te volgen dus.