Oneerlijkheid

Een belangrijke stap in de ontwikkeling van oneerlijkheid zet je in je tweede levensjaar als je ontdekt wat nee zeggen voor je kan doen. Nee zeggen komt erop neer dat je niet akkoord gaat met de werkelijkheid die ze je voorhouden en dat je die werkelijkheid van je werpt. Nee! Ont-kenning, iets niet langer als ware kennis aannemen. Sterker, je verwerpt de kennis over die werkelijkheid en brengt het allemaal weer terug tot een onbepaalde en ongedefinieerde oertoestand. Terug naar de ‘onlosmakelijke verbondenheid, van saamhorigheid met de buitenwereld in haar geheel’, het oceanische, zoals Freud[1] dat noemde? Terug naar het ‘woeste en ledige’ in Bijbelse termen, de Chaos, de toestand van voor de schepping in de Griekse mythologie? Daar heeft het alle schijn van.

Ontkenning is een heuse greep naar de macht, maar wel een rare. Je geeft er immers tegelijkertijd elke vorm van beheersing mee op. Een daad van mentale destructie ook. Je vernietigt kennis. Al biedt die vernietiging je natuurlijk ook de ruimte om een en ander zelf anders in te richten en tot nieuwe structuren en betekenissen te komen. Ruimte voor creativiteit dus. Je bent dan immers in de gelegenheid je eigen versie van die werkelijkheid te ontwerpen. In extreme gevallen gebruiken kleine kinderen die het zwaar hebben deze onbepaaldheid bijvoorbeeld om hun eigen veilige plek te creëren, geheel en al los van de onbarmhartige werkelijkheid die zij ontkennen.

De volgende stap op het pad van de oneerlijkheid is dat je die eigen versie van de werkelijkheid naar buiten toe presenteert als de waarheid, als eentje die je helpt je zin te krijgen, eentje ook die niet correspondeert met hoe jij weet dat het is. Je liegt of doet alsof en dat biedt een kortere, maar– maar naar al snel blijkt – illegale weg om iets voor elkaar te krijgen of juist te ontlopen. Wat je dan voorspiegelt, is een vorm van oneerlijkheid, te weten een weergave die afwijkt van hoe jijzelf vindt dat het werkelijk is. Maar daarmee voorzie je jezelf wel van meer macht en vrijheid. Althans, zolang de anderen je geloven.

Al met al betreft de ontdekking van oneerlijkheid een forse stap in je intellectuele ontwikkeling. Je leert namelijk van alles over waar en onwaar, over eerlijk en oneerlijk. Het luidt ook een stap in je morele ontwikkeling in. Tenminste, als je ook leert dat het uiteindelijk toch beter is in het leven van alledag van oneerlijkheid af te zien en die alleen te reserveren voor absolute noodgevallen.

Sommige mensen doen dit laatste echter niet en blijven hangen in oneerlijkheid. Zij maken er gaandeweg een gewoonte van en stellen er soms zelfs een eer in de moraal te negeren of zelfs te ontkennen, als dat hun zo uitkomt. Daar doen ze ook hun voordeel mee. In beginsel kan dat tot creatieve doorbraken leiden, maar op den duur leidt het doorgaans slechts tot chaos en verstoorde relaties, een mistroostige en weinig belonende manier van zijn.

Mistroostig vooral omdat je in zo’n geval vaak het idee hebt dat je niet anders kunt, terwijl dat toch een betreurenswaardig misverstand is. Veel voorkomende oneerlijkheid heeft ook elementen van een verslaving. Op gezette tijden jezelf en anderen een dosis gefingeerde mooiere werkelijkheid toedienen om de ‘echte’ werkelijkheid niet te hoeven voelen.

Voor zover oneerlijkheid werkt, althans haar beoogde resultaten bereikt, vloeit dat voort uit de inrichting van de alledaagse werkelijkheid. Eerlijkheid is ingebakken in de stilzwijgende regelgeving volgens welke je je alledaagse situaties afhandelt. Eerlijkheid is de norm. Zolang de andere deelnemers aan die situaties geen duidelijke aanwijzingen hebben van het tegendeel gaan zij ervan uit dat ook jij eerlijk en te vertrouwen bent. Het feit dat je hen dus blijkbaar kunt bedriegen is da ook niet een kwestie van hun onoplettendheid en nalatigheid. Het is meer een kwestie van goed vertrouwen en geloof. Jouw oneerlijkheid is dan ook een vorm van misbruik van dat vertrouwen, een vorm van verraad zelfs. Als dat verraad uitkomt, pleegt dat niet alleen jullie relatie, maar ook de gehele sociale werkelijkheid te ondermijnen.