Het is hier fantastisch

Verbeelden is een mooi woord. Iets in beelden vertalen. Toch geldt verbeelding niet als onverdeeld goed. Wat verbeeld je je wel! Verbeelding als eigenwaan, het hoog in je bol hebben, terwijl je een betere toekomst verbeelden je niettemin verder kan helpen. Maar nee. Doe maar gewoon. Dan doe je al gek genoeg. Ook actief je verbeelding gebruiken roept hier en daar krachtige weerstanden op. Fantasie is nu eenmaal niet echt en iemand voor een fantast uitmaken is een belediging. Grappig, want als iets fantastisch is, is alles weer dik in orde

Hoe dan ook, verbeelding heeft wel zo haar overduidelijke opbrengsten. De meeste zinvolle uitvindingen en veel prachtige kunstwerken zijn immers toch stuk voor stuk producten van verbeelding. Dat wordt althans een ieder duidelijk die hier ook maar een gedachte aan wil wijden. Het is dan ook verbluffend hoe weinig aandacht er is voor wat er allemaal mogelijk is met een meer gericht gebruik van je verbeelding. In het reguliere onderwijs bijvoorbeeld is hier ook geen enkele aandacht voor.

Waar komen die weerstanden vandaan? Uiteindelijk gaat dit over hoe je je hebt laten africhten en disciplineren tot een persoon, een door en door gesocialiseerd wezen dat zich blindelings door het doolhof van allerhande keurig ingerichte situaties kan bewegen. Deze disciplinering is redelijk absolutistisch. In ons boek Wat is alledaagse wijsheid? gaan we daar uitgebreid op in. Maar nu komt het. Deze disciplinering is niet van toepassing op je verbeelding.

In je verbeelding ben je namelijk vrij. Vrij om je de mooiste dingen voor te stellen. Je eigen hemel, precies zoals jij het wilt hebben. Maar ook vrij om de afgrijselijkste voorstellingen op te roepen. Je eigen hel dus en daar gaat het hier om. Sommige mensen ontwerpen zo’n hel, maar houden dat helaas niet voor zichzelf. Anders gezegd, zij gebruiken hun verbeelding om de meest afstotende en misdadige plannen uit te broeden, om die vervolgens ook in de werkelijkheid van alledag ten uitvoer te brengen. Vandaar waarschijnlijk de weerstanden tegen en huiver voor verbeelding.

Je verbeelding is een fenomenaal vermogen, maar zoals elk vermogen kun je het zowel ten goede als ten kwade aanwenden. Dat betekent dus dat het volslagen contraproductief zou zijn verbeelding in haar algemeenheid in de ban te doen. Daarvoor is verbeelding veel te belangrijk, voor de verdere ontwikkeling van de maatschappij, maar ook voor die van je eigen wijsheid. Een geval van kind en badwater. In de ban doen mag hooguit de kwade toepassingen gelden. Zo rechtvaardigt de industriële gang van zaken in het vernietigingskamp Sobibor ook niet de afschaffing van elk industrieel proces. Wel vergt de toepassing van de verbeelding in de alledaagse werkelijkheid extra aandacht. Enige ethische overwegingen dus. Ook moet je er goed van zijn doordrongen waar jouw verbeelding ophoudt en de werkelijkheid die je deelt met de anderen begint. De meeste mensen hebben daar overigens geen enkel probleem mee deze twee uit elkaar te houden. Al zijn er mensen voor wie dat niet geldt en die gaan dan ook door voor uitermate bedreigend. Vooral als die ontsnappen uit een speciaal voor hen bedachte inrichting.

We hebben het trouwens ook niet voor niets over toepassingen van kwaadaardige verbeeldingen in de ban doen en niet over die verbeeldingen zelf. Je afgrijselijke dingen voorstellen is weliswaar onaangenaam, maar het valt niet te verbieden. Domweg omdat je nu eenmaal niet rechtstreeks deel kunt hebben aan de voorstellingen van anderen. Bovendien, om iets tegen de toepassingen van kwaadaardige verbeelding te kunnen ondernemen is het toch van belang dat je je dergelijke afgrijselijke dingen zelf kunt voorstellen. Een goede rechercheur moet zich nu eenmaal kunnen verplaatsen in wat er zoal door het hoofd van een misdadiger gaat.

Een en ander betekent dan wel dat de toepassingen van je verbeelding moeten passen in en aansluiten bij de moraal van de sociale werkelijkheid die je deelt met de anderen. Dat vergt wel enig welbewust nadenken. Denken over moraal, ethisch denken dus. Hoe pas je een en ander goed in in je alledaagse werkelijkheid en haar situaties? Dan gaat het dus om het ontwerp van die werkelijkheid.

Overigens ontbreekt het nogal eens iets aan dergelijke ethische overwegingen. De implementatie van de meeste technologisch innovaties geschiedt immers vrijwel klakkeloos, enkel en alleen omdat het kan en hun toepassing op de korte termijn financieel aantrekkelijk is. Als het echter gaat om de toepassing van verbeelding in jouw leven gaat het er simpelweg om binnen je vertrouwde alledaagse morele kaders te blijven. In de praktijk kun je dan ook zonder enig bezwaar wat experimenteren met verbeeldingstechnieken. Hoe dan ook, zo nu en dan je verbeelding actief gebruiken kan geen enkel kwaad. In tegendeel. Het zou zelfs zomaar kunnen dat het je onvermoede inzichten oplevert. Zonder dat je daarvan hoeft te schrikken. Daar gaan we dus mee aan de slag. Wat kan je gebeuren?