Vervreemding & stress

Vaak wordt ons gevraagd waarom spreken jullie in hemelsnaam van vervreemding waar anderen het over stress hebben? Vervreemding is toch heel wat anders?

Eerst maar die tweede vraag. In een eerdere blog hebben we al laten zien dat je de verschillende fasen van ervaren stress uitstekend kunt beschrijven in termen van verschillende soorten vervreemding. Vervreemding van je activiteiten, van de verdere werkelijkheid, van je normale stemming, van je gevoel, van je eigen lichaam en zo verder. Wil je daar meer over weten  lees dan ons blog over vervreemding. Al met al, nee dus: vervreemding is niet heel wat anders dan stress. Sterker, ervaren stress laat zich uitstekend vertalen in vervreemding.

Terug nu naar de eerste vraag. Waarom geven we de voorkeur aan de term van vervreemding?

Een eerste reden is dat de term vervreemding veel duidelijker aansluit bij je beleving dan de term stress. Iets of iemand wordt of is je vreemd, spreekt niet langer vanzelf, is niet langer eigen en je verliest er je beheersing over. Voor de Engelse en Franse vertaling alienation geldt hetzelfde. Ook alien betekent immers vreemd. De term stress mist deze kwaliteit volledig. Sterker, de associaties die stress oproept, zetten je – zoals we verderop zullen zien – op  het verkeerde been. 

Iets anders is dat de term alienation veel ouder is dan de term stress en veel meer is verankerd in onze cultuur en in de filosofie. Waar de term stress in dit verband pas in late jaren dertig van de vorige eeuw opdook, stond de Latijnse term alienatio al in de Middeleeuwen voor verbijstering en verdoving.

The concept of alienation stems from a rich intellectual heritage which was established long before Marx. The evolution of the concept extends from early conceptual and etymological roots in ancient philosophy and the Gnostic-mystic tradition in medieval theology (i.e. Plotinus, Augustine, Thomas Aquinas, Meister Eckhart) to Hegel and Marx …’ (Schweitzer, 1992, blz.47)

Een ander voordeel van de term vervreemding, althans in onze ogen, is dat deze anders dan stress van oudsher expliciet is verbonden met goed en kwaad, de moraal dus. Zo zou volgens Thomas van Aquino de zonde je vervreemden van God.

Een andere belangrijke reden is gelegen in de problemen die de term stress met zich meebrengt. Zo staat stress zowel voor ervaringen als voor de oorzaken daarvan. Er is er zelfs een hele literatuur ontstaan over wat stress nu eigenlijk is: een externe oorzaak of een intern gevolg daarvan, dan wel een wisselwerking daartussen.

Die verwarring is er al sinds Hans Selye de term stress einde jaren dertig in deze betekenis introduceerde. De term gaat terug op de metallurgie. Daar is stress de kracht die tot een definitieve vervorming van een stuk metaal leidt. Dat wil zeggen, de kracht die het metaal zo vervormt dat het niet meer vanzelf terugschiet in zijn oude vorm. Deze metafoor suggereert dat de huidige term stress een externe, duidelijke en meetbare oorzaak is van duidelijke en meetbare gevolgen. Was het maar zo simpel. Helaas, niet iedereen reageert nu eenmaal hetzelfde op dezelfde oorzaken en hoe je reageert, is ook nog eens afhankelijk van de toestand waarin je verkeert.

Selye zelf onderkende dit probleem trouwens ook al. In een poging om een en ander toch nog in orde te brengen introduceerde Selye nog de term strain, spanning, als alternatief voor de ervaring van stress. Deze term vond echter nooit algemeen ingang. Het kwaad was al geschied.

Een ander nadeel van de term stress komt ook op het conto van Selye. Dat betreft zijn onderscheid tussen ‘goede’ en ‘slechte’ stress, eustress en distress, zoals hij dat noemde. Waar eustress een raar zelf bedacht woord was, opgebouwd uit een Grieks (eu) en een Latijns (stress) element, bestond distress in het Engels al veel langer. Distress betekent alleen wat anders, namelijk ‘leed’, iets heel anders dus dan stress of – in onze termen – vervreemding. Bovendien, distress heeft ook een heel andere achtergrond. Het gaat namelijk terug op het Latijnse distringĕre, uit elkaar trekken.

Hoe dan ook, Selye’s onderscheid in goede en slechte stress heeft wel voor het eeuwige commentaar gezorgd dat stress toch ook goed kan zijn. Nee dus. Dat geldt wel voor opwinding, hoge activatie en flow, toestanden die je kunnen helpen een optimale prestatie neer te zetten, maar niet voor stress. Stress verbetert je prestaties namelijk absoluut niet. Het verschil zit in het gebrek of verlies aan beheersing inherent aan stress. Vervreemding is niet op een dergelijke wijze besmet of belast. Niemand heeft het over ‘goede vervreemding’, in de zin van flow of hoge activatie.

Verder heeft ook het algemene spraakgebruik niet bijgedragen aan de bruikbaarheid van de term stress. Zo gebruiken veel medici de term vooral als zij de grens van hun competentie hebben bereikt: ik kan niets vinden, dus jij hebt kennelijk last van stress. Bovendien is de term geassocieerd geraakt met verwijtbare zwakte. Stress als iets voor softies, een stigma van zwakte en falen dat het einde in kan luiden van een succesvolle carrière.

Vervreemding dus, en geen stress. Overigens blijven we hier en daar wel de term stress gebruiken als het gaat om ervaren vervreemding, maar dan vooral om in verbinding te blijven met de bestaande stressliteratuur.

Literatuur
Schweitzer, D. (1992) Marxists theories of alienation and reification. In F. Geyer & W.R. Heinz (Eds) Alienation, Society, and the Individual. (Blz. 27-52) New Brunswick & London: Transaction Publishers.